Gestreepte lijn: de tot heden gangbare zeil- en handelsroutes over de oceaan. |
Daarop kwamen we aan op het eiland Aiolia, waar de |
zoon van Hippotas, Aiolos, woonde, geliefd bij onsterfelijke goden. |
't Eiland was goed aan te varen, maar was omringd door een muur van |
onaantastbaar brons. Als een steile rots rijst het de lucht in. (10,1 ev) |
Maar hij liet ten behoeve van mij de Zefierwind waaien, |
die de schepen en mannen naar huis moesten brengen. Toch had het |
geen resultaat, want wij gingen ten onder door eigen verdwazing. |
Negen dagen voeren wij dag en nacht even snel verder. |
Dan, op de tiende dag, dook het vaderland vóór onze ogen |
op en we zagen vlakbij al mensen die bakens aanstaken! |
Daarna voeren we verder met depressieve gevoelens. |
Op was de energie van de mannen, 't roeien was pijnlijk: |
eigen domme schuld, want er was nu geen wind die ons voorthielp. |
Zes dagen gingen we door zo, zes hele dagen en nachten. |
Na die zes dagen bereikten we Laistrugonië's steile |
burchtstad, Lamas' Telepulos. (10,77 ev) |
Toen ik echter op mijn beurt vroeg naar de koers en om hulp bij |
ons vertrek, was hij zeker niet negatief. Nee, hij steunde |
mij, gaf een zak, net gemaakt van de huid van een negen jaar oude |
os, en hij stopte daarin de koersen van bulderende winden. |
Kronos' zoon had hém immers tot windopzichter gemaakt, die |
elke wind naar believen mocht laten stoppen of waaien. |
Die bond hij vast in mijn holle schip met een zilverwit, blinkend |
koord, zodat, hoe zwak ook, geen zuchtje wind kon ontsnappen. (10,17 ev) |
Windroos van Seneca met Griekse en Latijnse namen, |
waarbij Wilkens voor Zephyrus Ram, voor Aparctias Steenbok etc. invoert. |
Zodiak-systeem volgens Wilkens |