TENEDOS-THANET   |   THRINAKIA-CORNWALL   |   OGUGIA-AZOREN   |   SCHERIA-LANZAROTE   |   ITHAKA-CADIZ,JEREZ



ATLANTISCH TENEDOS EN DE SEIRENEN                 pdf-download

(ISLE OF THANET)

Odysseus' tweede reis, Deel I



Geografische omstandigheden Tenedos-Thanet
Tenedos wordt slechts op een paar plaatsen door Homeros genoemd:
- I,38, waar het in één adem wordt genoemd met Chrusa en Killa en onder het domein van Apollo valt;
- XIII,32, waarin staat dat Poseidon zijn paarden in een onderwaterhol stalt gelegen tussen Tenedos en Imbros;
- XI,625, waar het in een "raid" door Achilleus verwoest blijkt te zijn, die er een aantal vrouwen vandaan haalde.
-In 8,509 wordt in het kort verteld hoe de Achaiers na de bouw van het houten paard van Troje wegvoeren, na eerst het scheepskamp afgebroken en de restanten in brand gestoken te hebben. Ze varen een heel eind weg, uit het zicht en houden zich schuil bij Tenedos (Verg. II, 21-24).
-3,159, waar Nestor vertelt dat na de oorlog de helft van de Achaïsche vloot tijdens de terugweg op Tenedos geland was om offers aan de goden te brengen alvorens de oversteek te maken.

               

Zoals we in de Inleiding Troje hebben gezien, hebben zowel Caileux als Wilkens Tenedos gelijkgesteld aan The Isle of Thanet. Het viel onder het bewind van Apollo, dat wil zeggen onder het district van het huidige Westminster Abbey, en was dus een onderdeel van het rijk van Priamos, vijandelijk gebied voor de Achaiers, hetgeen de verwoesting door Achilles verklaart.
De ligging van het Isle of Thanet op ca. 300 km van de Wash en vóór het Kanaal plus het religieuze karakter maken Nestors verhaal logisch verklaarbaar. De doorvaart  door de straat Wantsum en de moeilijke reis over de Oceaan kunnen redenen geweest zijn om offers te brengen.
Voor de relatieve ligging ten opzichte van Imbros zie Inleiding Lemnos en kaart.
De list van de Achaiers, die naar Tenedos voeren en de indruk wekten voor goed te vertrekken is vanuit Thanet heel goed te begrijpen.Vandaar kunnen de Achaiers snel over land (135 km) ten noorden van de Theems Troje bereiken.
Zo blijken alle door Homeros genoemde gegevens uitstekend toepasbaar te zijn op Thanet.
Volgens Vergilius was Tenedos 'door zijn roem vermaard, en welvarend ook, zolang het rijk van Priamus bestond, nu niet méér dan een baai, en een verdachte ankerplaats voor boten ...". Uiteraard dacht Vergilius aan het Griekse Tenedos (nu het Turkse Bozcaada), dat inderdaad niets voorstelt en ook nooit iets heeft voorgesteld anders dan een wachthaven voor de tocht naar de Zwarte Zee. Het Griekse Tenedos werd door de Romeinen "Tanatus" genoemd, afgeleid van het Griekse thanatos -de dood, alsof daar een Dodeneiland was. Interessant is dat ook Thanet de Romeinse naam Tanatus had. Deze naam is dus naar Griekenland overgebracht vanuit het Atlantische gebied, waar het Isle of Thanet al in de bronstijd een voor de Kelten belangrijk religieus centrum was: de Seirenen met hun stapels rottende botten worden daar namelijk gesitueerd, zoals hieronder wordt verklaard. De overplaatsing van Atlantische namen wordt bevestigd door de ligging van Thanet en Tenedos. Zoals Thanet tussen Brittannië en de Maas (Helion) aan de overkant ligt, ligt Tenedos tussen Mysië en de Thracische kust die door Herodotos Gallaiké en Briantiké wordt genoemd, termen die duidelijk een verbastering zijn van Gallisch Britanniké, waar zich later Gallo-Bretonse emigranten hebben gevestigd.


De Seirenen
In 12,39 vertelt Kirke Odysseus dat zijn volgende reisdoel de Seirenen zal zijn. Er worden vanaf nu geen duidelijke aanwijzingen betreffende koers en winden meer gegeven. Kirke zegt ook uitdrukkelijk in 12,56: 'want ik zal je verder niet meer uitvoerig vertellen langs welk route de reis zal gaan'. Wilkens ziet echter wel een duidelijke koersaanwijzingen in de twee Seirenen. Zij verbeelden het sterrenbeeld Tweelingen dat een zuidwestelijke koers aanduidt (p.289) en hij meent dat we de Seirenen bij de Solent (zeestraat boven Wight) moeten zoeken, maar hij geeft, net zo min als Gideon, enig argument voor deze keuze.
Al geeft Homeros geen namen en nadere informatie over hun locatie geeft, voert Cailleux echter wel gedetailleerde en overtuigende argumenten aan voor zijn identificatie met het Isle of Thanet. Gideon zegt dat dat geen "logische" route is (p.87), maar noch hij noch Wilkens houden rekening met de aard van de scènes in de testfase waarin Odysseus na zijn bezoek aan Kirke verkeert. Het is niet zo dat Odysseus een keuze zou hebben uit twee routes om naar Ithaka terug te keren (Gideon p.83). Odysseus heeft geen keuze: hij moet de beproevingen ondergaan en de opdrachten van Kirke uitvoeren. Het gaat bij de proef van de Seirenen om een mystieke ontmoeting met de twee ultieme verleidsters aan wie geen man kan ontkomen, waarbij Odysseus de test van de zelfbeheersing moet ondergaan.

Laten wij alle gegevens uit de teksten op een rijtje zetten:
1. Er zijn twee Seirenen.
2. De wind gaat liggen, er is glad water en er zijn geen golven.
3. De dames zitten op schreeuwafstand van het schip dat kennelijk ergens door-vaart (Grieks:di-okontes: doorheen snellend, r.182).
4. De maten krijgen was in de oren en Odysseus wordt vastgebonden aan de mast
5. De Seirenen brengen kennis over (pleiona eidoos r.188). Ze weten alles, heden, verleden en toekomst.
6. De maten slaan de zee wit en niet grijs, zoals elders en later ook in r.180 beschreven wordt.
7. Zij verleiden en betoveren iedereen die onwetend is met hun gezang.
8. Je kunt het schip er laten stoppen, voor anker gaan of vastlopen.
9. Zij zitten op een weide vol met bloemen (r.159) en niet op een rots, zoals zij meestal worden afgebeeld.
10.Er ligt een grote stapel botten van rottende mannen.

Hoe passen deze gegevens bij Thanet?


ad 1: Twee Seirenen
Het eiland werd door een ca. 3 km breed kanaal van Kent gescheiden, dat zo'n belangrijke scheepvaartroute van de Thames naar het Kanaal was dat de Romeinen er twee forten hebben gebouwd aan de kant van Kent: Rutupiae en Reculbium, nu Richborough en Reculver. Caesar landde bij zijn eerste komst in Engeland bij Rutupiae, een naam die te herleiden is tot rout-hof (=tuin aan de rout, roda, getijdemonding). In de Middeleeuwen verzandde het kanaal. In het scheidingskanaal, dat vroeger Wantsum(u) werd genoemd of mogelijk Stour, mondden twee getijderivieren uit, de grote en de kleine Stour. Cailleux (PA 172) ziet de twee Seirenen als deze twee rivieren Stour. Getijderivieren, die onder invloed van de maan staan, werden vaak voorgesteld als meerminnen met vissen- of slangenstaart en mensenhoofd (gezicht van de maan). Let wel dat ook in de homerische tekst niet verwezen wordt naar vogels, zoals de Seirenen vaak op Griekse vazen worden afgebeeld. Deze meerminnen of god-vissen zijn overal op de wereld te vinden. Het Christendom heeft de vis als symbool van de Gallo-Germaanse religie van de wedergeboorte aangehouden1.
Homeros bouwt voort op het Saksonische woord "meermin", dat 'zeemeisje' betekent maar ook de stam 'minne' in zich heeft (PH thèse 14). Zo wordt de Seirene bij hem een seksueel opwindende dame die mingenot aanbiedt waaraan de held weerstand moet bieden om te slagen voor de test.2 In de realiteit zijn de twee Seirenes de twee rivieren Stour, die een schip met vloed naar binnen willen trekken of bij eb vast laten lopen. Deze twee rivieren hadden in de mysteriën van de oude Gallo-Germanen een reinigende functie: het waren dooprivieren die tot nieuw leven en tot zuivering en schoonheid van de geest konden leiden. Daarom valt de volgende etymologie van Seirene te maken: sair -'schoonvegen, sieren'. Seireen komt dan van seir-ain -reinigingsrivier, zoals er veel rivieren zijn die met sar, saar beginnen, zoals de Saar, de Sarine in Zwitserland, de Rio Sar in A Coruña. Aan de Seirenen herinneren mogelijk plaatsen als Sarre, dat rechtstreeks van Seir-ain afgeleid lijkt te zijn, en de heuvel van de Twin Sisters bij Reculver, waar een kerk met twee torens staat die sinds onheuglijke tijden Twin Sisters worden genoemd en mogelijk in een ver verleden al zeer oude dubbele nautische bakens waren.
Aan de Seirenen, de geesten van de twee Stours, kunnen de geesten van andere getijderivieren van Europa gelijkgesteld worden, die met "Elven" en "Muzen" worden aangeduid, aangezien elf de naam voor vele rivieren in Scandinavië is en de stam vormt van de Alfeios en de Elbe, terwijl de Muzen met de Maas zijn verbonden.

ad 2 en 3: De serene zee en het kanaal
De windstilte, het golfloze water slaan op een waterstraat, een kanaal dat beschut is tegen de golven en de winden van zee, aangezien een zee zonder golven niet voorstelbaar is wanneer er zojuist een stevige wind heeft gewaaid (r.167). Thanet wordt een eiland bij hoog water, waarbij het scheidingskanaal volloopt. Odysseus vaart kennelijk om Thanet heen om de noordelijke ingang te nemen en begint dan de zeilen op te rollen, omdat zij anders na de bocht in het kanaal richting zuid-oosten hinderlijk zouden kunnen gaan klapperen, zodra de wind, die dan tegen is, er vat op zou krijgen. Zie de loop van het kanaal op de kaart. Zij 'snellen dus door een kanaal', het wantijkanaal de Wantsum, waarlangs de Seirenen op roepafstand zitten. Odysseus maakt alleen gebruik van de roeiriemen en doet alle moeite om vóór laag water de Seirenen te passeren3.

ad 4: De was
Het bizarre verhaal dat Odysseus vastgebonden is aan de mast en de oren van zijn maten met was zijn dichtsmeert is verklaarbaar als we situatie symbolisch opvatten. Odysseus is gebonden aan zijn eed van zelfbeheersing, terwijl de maten de wacht moesten houden. De Saksonische woorden wachs, was, wacht, waaks zijn bijna gelijkluidend, maar deze dubbelzinnigheid bestaat niet in het Grieks. Homeros heeft als dichter voor het fraaie "was"-verhaal gekozen en heeft  de connotatie "waaks" verstopt in het wacht houden van de maten.
Odysseus snijdt de was met een scherp bronzen mes in stukjes. Wat wil het mes of deze "bijl van Thanet" in de homerische terminologie zeggen? De Grieken gebruikten het mes van Thanet in hun mysteriën namelijk onder de naam "bijl van Tenes". In de legende die zich om Tenes vormde is Thanet te herkennen. Zijn schoonmoeder wilde hem verleiden, hetgeen een verbastering is van (s)coun-vrouw (=vrouw van Coünos, een Seirene). Tenes weigerde eraan toe te geven maar zijn vader geloofde de "schoonmoeder" en liet zijn zoon in een bootje de zee op drijven, zodat hij uiteindelijk in Leukofrys (=Witte Rots) belandde. Daarop doodde hij met een bijl de mannen die met vreemde vrouwen gemeenschap hadden, waarna het eiland in plaats van Leukofrys naar hem Tenedos werd genoemd, dit alles als een herinnering aan het afschaffen van de orgiën met "vreemde vrouwen" van de oude religie en de vestiging van de nieuwe moraal.4 Deze bijlscène is in vele legendes overal ter wereld terug te vinden, in Rome bij de legende van Tanaquil en Tarquinius, in Lydië bij de legende van de Gordiaanse knoop, de knoop van de "gordel" die alleen door een koning kon worden losgemaakt, in India in het verhaal van Rama met de bijl en bij de Iler-Caones (wederom Coünos!) aan de Ebro in Spanje, waar de Heilige Maagd een ceintuur zou hebben achtergelaten.5
Al met al lijkt de bizarre Tenes-mythe een verbastering te zijn van Homeros' Seirenen-verhaal. De schoonmoeder is de Seirene die Tenes (Odysseus) verleidt. Hij geeft echter niet toe en vaart in een bootje weg naar Leukofrys (Wiite Rots), zoals Odysseus in zijn schip verder vaart langs de Witte Kliffen en door het "witte" Wantsum-kanaal. De bijl van Tenes die de verleide mannen doodt is het mes waarmee Odysseus de was snijdt om zijn mannen tegen verleiding te beschermen tegen "vreemde vrouwen", de Seirenen.

ad 5: Kennis
De Seirenen weten alles, ook de toekomst. Er is een klassieke bron, S.P.Festus (18 p.368), die spreekt over voorspellende maagden die hij Tenitae noemt, "meisjes van Tenet". Met hun kennis symboliseren de Seirenen de Druïdenscholen, zoals die ongetwijfeld in Monkton, Menstre en Sarre bestaan hebben (zie beneden). Het is een bekend gegeven dat de Gallo-Germanen intensief met toekomstvoorspellingen bezig waren, zie Inleiding Religie.

ad 6: Wit
De matrozen slaan de zee wit (leukaino), alsof Homeros wil aangeven dat we in het "witte" land, Albion, zijn aangekomen, genoemd naar de witte krijtrotsen. De oude naam van het Griekse Tenedos is trouwens Leukofrys, dat Witte Rots betekent, een herinnering aan het oude Albion. Na de passage van het wantij (Wantsum) wordt de kleur van de zee weer gewoon grijs.

ad 7 en 8: Onwetendheid
Elke schipper die hier zonder kennis van navigatie en getijden binnenvaart loopt het risico met de stroom meegezogen te worden af vast te lopen.

ad 9 en 10: De botten en de bloemenweide
Het Seireneneiland moet een eiland met een bloemenweide zijn (12,45 en167) en geen serie kale rotsen in de Middellandse Zee tussen Sicilië en Napels, de zogenaamde Sirenusen (PH 63). Botten en bloemen vormen de basis van de oude religie en orgiën. De botten waren opgestapeld in torens of depots met een verdiepingsvloer erboven waar de geselecteerde maagden tijdens de orgiën, de floralia, met de helden en ingewijden copuleerden. Thanet was dus net zoals Schouwen een centrum van de reïncarnatiecultus. Thanet wordt door Ptolemaios dan ook Coünos genoemd. Aangezien er veel namen aan beide kanten van het kanaal gelijk zijn, kunnen we in Coünos een tweede Schouwen zien, aldus af te leiden: (S)coün->Scowen->Schouwen.6 De plaatsen Monkton (Monnikenstad) en Menstre (=Minster van: monasterium -klooster) herinneren aan deze religie en zijn vestigingen van druïden. In Minster zijn archeologische bewijzen uit de bronstijd gevonden.
De meisjes wachtten meestal in afgesloten gebouwen of op paaldorpen voor de kust op een god, die door zijn priester werd gesymboliseerd, een vorst of prins met feodale rechten, een onbekende die een god op aarde kon zijn, een ingewijde in de mysteriën of op een oorlogsheld zoals Odysseus. De Seirenen verwelkomen Odysseus dan ook als de grote held van Troje met dezelfde woorden als waarmee Kirke hem had ontvangen, die voor hem door de knieën ging en hem haar bed aanbood: 'Kom, veelgeprezen Odysseus, grote roem van Achais!'  De namen Thanet en Coünos met de bijbehorende religie zijn door emigraties elders overgenomen. Zo vinden we in Susa, Ekbatana en Babylon de cultus van Venus Tanaïtis (=van Thanet), aan wie de ouders hun dochters schonken, die wachtten op door goden gestuurde helden en na seksuele contacten met vreemdelingen in de tempel toch mochten trouwen. In het district Chaona (=Coünos) in Syrië wordt Atergatis vereerd als vrouw-vis, een zelfde voorstelling als die van de meermin-Seirene. Zie munt van Hiërapolis (bij Aleppo)7.
Toen Caesar vanuit Itius Portus, het huidige Boulogne-sur-Mer, naar Engeland overstak, ging hij bij Thanet aan land en trof daar de Trinoantes aan, een naam die te herleiden is tot trena-want (=hoofddoek/sjerp en muur/ afscheiding/ kaap), hetgeen zou kunnen betekenen: "klooster van de hoofddoekjes" die door de helden dienden te worden afgenomen of afgerukt (etym: trennen), begrippen die in het Latijn bewaard zijn gebleven in strena -"speciaal geschenk" dat voor de strenuus "dappere held" gereserveerd was (met toegevoegde -s-). Een minder dramatische verklaring van de naam Trinoantes is deze: het scheidingskanaal tussen Thanet en Kent heet Wantsumu, zodat de betekenis van Trinoantes ook kan zijn: "mensen die aan het Trena-want, het scheidingskanaal van het wantij wonen". In het Welsh heet Thanet echter Ruim, dat een afleiding kan zijn van 'riem' of ceintuur en weer op de ontmaagding kan duiden, maar volgens anderen betekent het "moeras".8 Strabo (Artemidoros in boek 4) spreekt van een tempel van Demeter en zegt dat men daar dezelfde rituelen uitvoerde als in Samothraké. Demeter (De métér, moeder) is gelijk aan de moedergodin Nehalennia. Het Griekse eiland Tenedos ligt vlakbij Samo-thraké, zoals Thanet aan de Want-sumu ligt en tevens dichtbij Samos van Thracië (Norfolk, zie Inleiding Thracië). Cailleux leidt zelfs de naam Brittannia af van deze aloude religieuze cultus: bride-tania -'land van de brides: maagden/seirenen'.9

Laokoön
De Griekse mythe van Laokoön en de twee slangen van Tenedos is in zijn geheel ook te plaatsen op Thanet met zijn twee rivieren Stour. Laokoön, die het gewaagd had zijn speer in het houten paard te drijven werd daarvoor volgens de mythe (Vergilius Aeneïs) gestraft, toen hij aan de kust op een altaar een stier slachtte. Er kwamen twee slangen vanaf Tenedos over zee aanglijden, die zich om Laokoön en zijn twee kinderen slingerden en hen wurgden, waarna zij onder het altaar van Apollo verdwenen.  De slangen gleden per tranquilla alta (door het stille zeewater), woorden die de serene zee van Homeros herhalen. De naam Laokoön is te herleiden tot Lo(c)o-cohen = plaatsvervangend of lagere (loo,low) priester, onderpriester van Kirke10. Coön of Cohen is echter ook verbonden met Coünos, Schouwen (zie boven), het religieuze centrum van Kirke en Nehalennia en mogelijk ook met "schouwen, skowen", een priesterlijke kernactiviteit. Wat gebeurt er in werkelijkheid? Slangen staan symbool voor rivieren, hier de twee rivieren Stour, die zich bij eb in twee stromen splitsten en sissend als slangen het kalme water instromen, om Laokoön, het Lagere Schouwen, heen (het Hogere Schouwen ligt aan de overkant): dit wordt verbeeld door de enorme "Stier" die geslacht wordt, afgeleid van Stour. Zij omvatten ook de twee Kinderen, die verwijzen naar de twee kapen van Kent, Rutupiae en Reculbium (zie boven), die door de twee Stouren bij vloed van Coünos (Thanet) worden gescheiden. Het altaar verwijst naar het religieuze centrum en klooster Menstre op Thanet, een oud heiligdom van Apollo, dat later ter onderscheiding van Westminster Eastminster is geworden. Het tijverschil is aan de Thames 4,5 m en bij Ramsgate 4,8 m, waardoor een gevaarlijke stroom naar beide kanten ontstaat. De diepere betekenis van de Laokoönscène lijkt mij dus een waarschuwing voor zeevarenden te zijn om op te passen voor de gevaren van de Wantsumu, die bij springvloed en noordwestenwind voor overstromingen en verdrinkingen kan zorgen, rampen die uitgebeeld worden door de verwurging van de rivierslangen.

De conclusie luidt dat Tenedos het Isle of Thanet is, een centrum van de oude religie van de orgiën, die uitgebeeld worden door de Seirenen, maar tevens van druïdische kennis die door dezelfde Seirenen wordt overgebracht. Een tweede laag in het verhaal is de geografische realiteit van een Wantijkanaal, de Wantsumu, waarvan de gevaren van vastlopen en overstromingen door de legenden van Odysseus en Laokoön worden uitgedrukt. Daarom zijn deze mythen een duidelijk voorbeeld van de drie gelaagdheden van de Odyssee:
- de oppervlakkige laag van het dichterlijke verhaal
- de praktische laag van nautische aanwijzingen
- de diepere laag van religieuze rites en inwijding.

Noten
1. In het Grieks is vis ichthus, waarin men een afkorting van Iesous Christos Theou Uios Soter -Jezus Christus Gods Zoon Redder zag).
2. In het Spaans bestaan twee woorden die met Seirene te maken hebben: zurrona en zurana, waarvan het eerste "verleidster, prostituee" en het tweede "wilde duif die geen vaste partner heeft" betekent.
3.Zie PH 404 en PA 172 sq.
4.Zie Inleiding Religie in Homeros Odyssee p.891.
5. Zie PA 158 sq. voor meer details over de bijl van Ramon en het festival van La Cinta.
6. De affix -s- is eena normale variatie, zoals Celt > Scelt, Scaldia: Taurus > Stour, stier.
7. Op de munt is een ei te zien in het centrum van het lijf, een herinnering aan Aia, zie Inleiding Kirke.
8. Archaeological Notes on Thanet
9. Voor Samothraké, Nehalennia en Demeter zie de diverse Inleidingen, ibidem p.707, 860, 917 and Inleiding Troje.
10. Cohen Gadol is de naam voor de hogepriester van de Kelten. Gaedel, Gadhel, Gaël, Gwiddel = Kelt.

Afkortingen voor de boeken van  Th. Cailleux:
OC  Origine celtique de la civilisation de tous les peuples
PH  Poésies d' Homère
PA   Pays Atlantiques, decrit par Homère
H.O. = Homeros Odyssee, De zwerftochten van Odysseus opde Atlantische Oceaan, ed. G.W.J.Janssen. Leeuwarden 2018
Citaten van Homeros: Romeinse cijfers = Ilias, bv  XX,345; Arabische cijfers = Odyssey, bv. 13,34.

Odysseus' Eerste reis
- deel 1: Troje- Gog Magog Hills, Engeland
- deel 2: Ismaros en Kikonen - Bretagne
- deel 3: Lotophagen - Senegal
- deel 4: Cyclopen - Fogo, Kameroen, Madeira
- deel 5: Aiolia en Aiolos - Corvo (Azoren)
-deel 6: Laestrygonen - Cuba, La Havana
- deel 7: Aiaia en Kirke - Schouwen, Zeeland
- deel 8: Hades-Walcheren, Zeeland

Odysseus' Tweede reis
- deel I:   Tenedos-Thanet en de Seirenes;
- deel II:  Skulla, Charubdis -St. Michael's Mount
- deel III: Thrinakia-Cornwall
- deel IV: Ogygia- Azores, Kalupso;
- deel V:   Scheria-Lanzarote;
- deel VI: Ithaka-Cádiz, Jérez